...Nog een ander aspect van het schilderen wil ik uit de doeken doen, namelijk het
waarnemen naar de vorm. Als ik nauwkeurig de vorm van het bekken wil schilderen, dan zou ik daar alle alle tijd voor nemen.
Mijn doel is echter niet in de eerste plaats om het skelet weer te geven, maar om me over te geven aan het schilderen. Of beter gezegd: mijn doel is om het menselijk bekken, niet letterlijk, maar in zijn figuurlijke betekenis, als de kracht, de oerkracht van de mens vorm te geven.
Het gaatniet om het maken van een esthetisch beeld, het gaat om beweging in mijn lijf, om die om te zetten in beeld. Het zou wellicht heel handig zijn, om de vorm van het bekken helemaal te beheersen, dan gaat alles vloeiend in een volmaakt meesterschap. Maar juist het feit dat ik de vorm niet beheers, maakt dat er juist extra emotie loskomt: er is een gevecht gaande, een gevecht om het leven te leven, een gevecht met de materie: de noodzaak om de vorm in de gaten te houden roept weer nieuwe lust op om verder te gaan. Er wordt opnieuw gekeken, - even in rust - en dan weer verder.
Ik merk ook dat ik het buitengewoon spannend vind om dwars door een reeds bestaande vorm heen een nieuwe te maken, de oude daarin op te nemen, en deels te doen verdwijnen. Het kijken naar: wat vind ik niet goed in de bestaande vorm en hoe wil ik dat veranderen en vervolgens het doorklieven van deze vorm met nieuwe verf, inkt, stukken papier, etcetera, dat is avontuurlijk en spannend. Het is ook een soort bouwen, afbreken en herbouwen, ordenen en herschikken . Dat proces is een genoegen op zichzelf.
Het gevecht met de materie, daar hou ik van. Dat betekent overigens niet dat ik geen werk maak, waarin strijd vrijwel ontbreekt, maar dat is een ander verhaal, behorend bij ander werk.
De zes schilderijen uit deze serie beschouw ik als een neerslag van de tijd, die ik doorbracht met verfpotten, modeltekeningen die ik in stukken scheurde om ze te gebruiken, en bakjes water, en niet te vergeten
schilderskleren, zodat ik me niet druk hoefde te maken over vuil worden en tenslotte de kniebeschermers om met meer gemak op handen en knieen te kunnen bewegen.
Het werk heeft een begin, dat wil zeggen, de eerste beweging die leidt tot de eerste strepen, woorden , kleuren op het doek. Dit begin kondigt zich al uren, soms dagen van te voren aan.
Zo is er zowel een kortlopende actie alswel een langere voorbereiding, want het werk is behalve een neerslag van de tijd tussen x en ij, op dat moment, op die dag in de maand november 1998 ook een neerslag van alle reeds gepasseerde tijd, met al zijn gebeurtenissen, beelden, gedachten, gevormd in de loop der jaren. Enerzijds is er de aanleiding tot schilderen in het hier en nu, anderzijds wordt het werk mede gevormd door jarenlang `Sam - in - de -wereld- zijn`.