vreedzaam liggen zij aan hoge bomen
nam de aarde hun weefsels op
aan de rand van de grote stad
wachtte ik uren op licht en schaduw
zo hebben zij zich in mij opgewekt
's nachts op het dichte netvlies
mens aan mens, van huid ontdaan
zoals begraven, maar dan staand
vragen stellen zij zonder woorden
tot antwoorden ben ik niet in staat
onttrokken aan hen die ooit bestonden
voltrekt dit leven zich spoorloos.